bronnen:
Wikipedia: Charley Patton
https://www.tumblr.com/claudecat17
Wikipedia: Wisconsin_Chair_Company
npr.org
Charlie Patton (vermoedelijk april 1891 – 28 april 1934) was een Amerikaanse Deltablues muzikant. Charley wordt door velen beschouwd als de “Vader van de Deltablues”. Hij creëerde een nieuwe muziekstroming en inspireerde daarmee zo goed als alle Deltablues muzikanten. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste Amerikaanse muzikanten van de twintigste eeuw. Zelf spelde hij zijn naam als Charlie, maar de meesten bronnen (waaronder zijn grafsteen) schrijven Charley. Daar houd ik dan ook maar bij.
Charley werd geboren in Mississippi en woonde er het grootste deel van zijn leven. Over zijn geboortedatum is veel onzeker. Jaartallen die genoemd worden zijn: 1881, 1885, 1887 en 1891. Ook over zijn ras en afkomst is veel onduidelijk. Hij was in ieder geval geen negroïde zwarte man, eerder van gemengde afkomst. In de regio waar hij vandaan kwam ging het verhaal dat hij was verwekt door ex-slaaf Henderson Chatmon, die meer muzikale kinderen had, waaronder enkele leden van The Mississippi Sheiks. Biograaf John Fahey beschreef Patton als iemand met een “koperkleurige huid en blanke trekken.” Patton wordt over het algemeen gezien als een zwarte muzikant, maar vanwege zijn nogal lichte huidskleur doen er ook andere verhalen de ronde. Howlin’ Wolf, de beroemde muzikant en leerling van Patton, zei altijd dat Patton of half Mexicaans of half Indiaans (Cherokee) was. Het lijkt er het meest op dat Patton zwarte, witte en inheemse voorouders had.
In 1897 verhuisde zijn gezin naar de Dockery plantage. Een katoenplantage en zagerij van 10.000 hectare in de buurt van Ruleville, Mississippi. Daar begon het met het ontwikkelen van zijn eigen bluesstijl. Charley was niet dom want hij en zijn broers en zussen hadden enkele jaren onderwijs gehad. Waarschijnlijk al voor zijn tiende levensjaar koos hij voor een carrière als muzikant. Het gezin had het redelijk goed en vermoedelijk had Charlie al jong een gitaar. Daarmee zag hij een manier om te ontsnappen aan een leven van hard werken en racistisch geweld. Een muziekcarrière zou daarbij kunnen helpen.
Hij werd daarbij beïnvloed werd door ene Henry Sloan. Over deze laatste is vrijwel niets bekend. Het enige dat we weten is dat Charley zijn leerling was. Omdat Sloan de leraar van Charley was zou je kunnen zeggen dat Sloan ongeveer de eerste bluesmuzikanten moet zijn geweest. Bekende bluesspelers als Tommy Johnson en Son House, die Charley persoonlijk gekend hebben, zeiden dat als je Sloan zag dat Charley achter hem aan liep.
Patton groeide uit tot een van de eerste bluesartiesten. Eentje die met optredens zijn brood verdiende. Hij was erop gebrand succes te krijgen. Charley was echter geen heilig boontje. Hij zag er altijd perfect uit. Hij droeg en net pak, was een rokkenjager en volgens verhalen was hij ook niet al te zachtzinnig. Een echte rockartiest zou je bijna zeggen. Hij trad op Dockery en de naburige plantages op. Behalve in zijn eigen regio in Mississippi trok Charley ook naar grote steden wat verder weg. Hij werd ingehuurd om te komen spelen en toerde rond zou je kunnen zeggen. Hij trad jaarlijks op in Chicago en begin 1934 speelde hij in New York. Beginnende bluesartiesten keken naar hem op: hij was hun idool.
Bij zijn optredens ontmoette Charley Patton beginnende artiesten als Tommy Johnson, Son House, Booker “Bukka” White en Chester Burnett (die zich later Howlin’ Wolf ging noemen). Ze werden allen door hem beïnvloed. Charley wordt gezien als een van de eerste “all-round” artiesten. Daarbij speelde hij meerdere muziekgenres: zwarte blues en blanke hillbilly maar ook oude ballades en allerlei tussenvormen. Hij was een echte entertainer. Vermoedelijk was hij de eerste gitarist die kunstjes deed met zijn gitaar. Hij speelde ermee tussen zijn knieën, achter zijn hoofd en op zijn rug. Hij was al een rockster lang voordat “rock” bestond. Met het geld dat hij verdiende kocht hij regelmatig een nieuwe auto. Hij had bijvoorbeeld elk jaar een andere T-Ford.
Als je naar hem luistert, zou je verwachten te maken te hebben met een reus zoals Howlin’ Wolf of Bukka White. Charley was echter maar een klein ventje: hij was “maar” 1,65 m. Uit dat kleine lijf kwam echter een enorm luide en ietwat schorre stem. Het verhaal gaat dat hij zonder versterking bijna 500 meter ver te horen was.
Toen Charley er klaar voor was om opnames te maken schreef hij een brief aan talentenjager H.C. Speir. Die had een goede naam onder beginnend artiesten. Van hem werd gezegd dat hij je niet belazerde. Speir verwees Charley naar het Paramount label. Speir betaalde goed; naar verluid 50 dollar voor een opname. Voor de zwarte artiesten van toen een fors bedrag want met zwoegen op het land verdiende je bijna niks. Speir groeide zelf op in Mississippi en had in de loop der tijd een goed oor voor muziek gekregen. In Charley zag hij wel wat. Jaren later verklaarde Speir dat Charley Patton een van de grootste talenten was die hij ooit heeft gezien.
In 1929 werden de eerste van een serie opnames voor Paramount gemaakt. Paramount is vandaag de dag bij het grote publiek eigenlijk alleen nog bekend als filmstudio. Maar de geschiedenis van Paramount is redelijk uitgebreid. Paramount werd in 1918 opgericht door de United Phonographs Corporation, een dochteronderneming van de Wisconsin Chair Company. Dat was een fabrikant van meubels en ambachtelijke houtproducten. In 1915 begon de Wisconsin Chair Company met de productie van platenkasten voor Edisons platenspeler. Die waren niet zo lang daarvoor uitgevonden en in die tijd werden ze in houten kastjes ingebouwd. Daarom werd een zusterbedrijf opgericht om platenspelers (toen: fonografen) te maken: United Phonographs Corporation (UPC). Natuurlijk werd ook aan de muziek zelf gedacht want er werd een firma opgericht om de platen zelf te produceren. Deze New York Recording Laboratories maakten platen onder het Paramount en Puritan label. De mensen die een Paramount of Puritan platenspeler kochten konden er gelijk de platen bij kopen. Puritan was geen lang leven beschoren want al in 1927 gingen ze op de fles. Paramount hield het iets langer vol. Van 1929 tot 1932 publiceerden ze een aantal van de eerste, en naar later bleek, beste bluesopnames van Amerika. Ze verkregen een contract om voor een platenlabel met alleen zwarte artiesten platen te persen. Toen dat platenlabel failliet ging kocht Paramount het label op en begon platen te maken voor de Afro-Amerikaanse markt. Deze muziek stond in die tijd bekend als “Race Music”, letterlijk vertaald “Rassen Muziek”. In die tijd was rassenongelijkheid heel gewoon in de Verenigde Staten en Afro-Amerikanen plaatsen zich onder de noemer “Race”. Ze streden tegen de ongelijkheid.
De Race-muziek werd al snel Paramounts beroemdste en meest lucratieve bedrijfstak. Tussen 1922 en 1932 was naar schatting een kwart van alle uitgebrachte platen een “Race record” van Paramount. Om zwarte artiesten naar de studio te krijgen trok Paramount de zwarte ondernemer J. Mayo Williams aan. Hij had geen officiële functie en verdiende daardoor ook niets. Hij kreeg wel de volledige vrijheid om zwarte talenten aan te trekken en om platen aan consumenten te verkopen. Wat men Williams niet vertelde was dat de Race-muziek Paramounts belangrijkste onderdeel was geworden en het label in feite draaiende hield. Je zou eigenlijk kunnen zeggen dat het Paramount hoofdzakelijk te doen was om platenspelers te verkopen. De platen voor Afro-Amerikanen waren bijzaak.
De grote depressie van oktober 1929 veroorzaakte een stortvloed aan faillissementen, ook onder platenmaatschappijen. Paramount was in 1932 genoodzaakt te pauzeren en stopte er in 1935 geheel mee. Wat achteraf de grootste fout bleek was dat veel masteropnames als schroot werden verkocht. Dat leverde namelijk nog wat geld op. Er doet een verhaal de ronde dat ontevreden werknemers sommige van de onverkochte masters in de rivier hebben gegooid. In 2006 is voor een televisieprogramma gezocht in de Milwaukee rivier maar er werd niets gevonden. Een auteur die in 2014 een duik waagde vond ook niets.
Achteraf bleek dat vernietigen van de masters natuurlijk enorm zonde. Als je terug in de tijd kon zou je die beslissing gelijk terug laten draaien. Paramount nam namelijk zonder het te weten de roots van veel moderne muziek op. Later beroemd geworden namen als Charley Patton, Blind Lemon Jefferson, Skip James, Son House en The Mississippi Sheiks: ze kwamen allemaal bij Paramount om opnames te maken.
Toen men later de muziek van Charley Patton opnieuw wilde uitbrengen werden 78-toerenplaten als bron gebruikt. En je raad het al: dat ging natuurlijk ten koste van de kwaliteit. Vandaag de dag is er met moderne technieken redelijke resultaten te bereiken. Maar helaas, Charley Patton platen kraken, de ene wat meer dan de andere.
In 1933 settelde Charley zich in Holly Ridge, Mississippi. Daar woonde hij samen met zijn muziekpartner Bertha Lee. Hun relatie was op zijn zachtst gezegd nogal “turbulent”. Begin 1934 belandden ze namelijk beide in de gevangenis vanwege een uit de hand gelopen ruzie. Ze werden er door hun platenmaatschappij op borgtocht uit gehaald en naar New York gebracht. Eind januari begon daar wat later Charley’s laatste opnamesessie zou blijken. Na deze opnamesessie gingen ze terug naar het zuiden waar Charley op 28 april 1934 overleed.
Hij overleed op de plantage Heathman-Dedham vlak bij de stad Indianola. Hij werd begraven op de begraafplaats van Holly Ridge, niet ver daar vandaan. Op de overlijdensakte staat dat hij stierf aan een hartklepaandoening. Zijn partner Bertha Lee wordt op de akte niet genoemd. Charley’s overlijden haalde de kranten ook niet. Vandaag de dag staat er op de begraafplaats een gedenkteken ter herinnering aan Charley. Het gedenkteken werd in 1990 betaald door gitarist John Fogerty via de non-profitorganisatie Mount Zion Memorial Fund. In die tijd plaatsten zij door heel Mississippi van dit soort gedenktekens.
Johnny Joosse, juni 2025.

